(Estisch: Tallinn), hoofdstad, belangrijkste haven- en industriestad der republiek Estland aan de Finsche Golf; ca. 135 000 inw. (82% Esten), waarvan 90% Prot., 7% Orthod., 1% Kath. en 2% Joodsch. Zetel der Estische regeering en der buitenl. gezantschappen (Ned. zaakgelastigde resideert te Riga); Ned. consulaat.
Krijgsschool, techn. scholen, conservatorium. De haven van R. is ijsvrij.
Als industriestad fabriceert R. papier, machines, chocolade, lederwaren, spiritus. Uitvoer van hout, papier, visch, eieren, boter, vlas.
Invoer van metalen, koloniale artikelen, tabak, wol, kunstmest. De stad is schoon gelegen en heeft in hoofdzaak nog een middeleeuwsch karakter.
De Prot. domkerk dateert uit de 15e e.; het kasteel, thans zetel der regeering, uit de 13e e.; de Prot. Olaikerk wordt reeds in 1367 vermeld; het Gotische stadhuis is van de 14e e., het Schwarzhaupterhaus van 1532, de Kath.
Petrus en Pauluskerk van 1845.De stad R. werd in 1219 gesticht en werd in 1248 lid der Hanze, kwam in 1346 aan de Duitsche Orde, was 1565-1710 Zweedsch en 1710-1920 Russisch. Een Kath. bisdom bestond te R. van 1219 tot 1550.
v. Son.