Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Raad van Beroep

betekenis & definitie

1° Voor de directe belastingen, administratieve rechter; er zijn in Nederland 15 raden van beroep. Zij zijn belast met rechtspraak inzake de directe ➝ belastingen, de dividend- en tantième-, de coupon- en alle gemeentelijke belastingen. ➝ Beroep.

2° De Raden van Beroep voor de Ned. sociale verzekering zijn de organen, die belast zijn met de berechting van de geschillen, welke kunnen voortvloeien uit beslissingen van de overheidsorganen (Rijksverzekeringsbank en Raden van Arbeid) bij de uitvoering der sociale verzekeringswetten, t.w. de Ongevallenwet 1921, de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922, de Invaliditeitswet, de Ouderdomswet en de Ziektewet. De R. v. B. zijn gevestigd te Amsterdam, Rotterdam, Arnhem, Den Haag, Groningen, Den Bosch en Roermond.

De R. v. B. is samengesteld uit een voorzitter (jurist), leden-werkgevers en leden-werklieden, bijgestaan door een griffier (jurist). De voorzitter wordt voor het leven door de koningin benoemd. Op 70-jarigen leeftijd wordt hem ontslag verleend. De griffier wordt eveneens door de koningin benoemd. De benoeming van de leden-werkgevers en leden-werklieden geschiedt voor 6 jaren door de Gedep.

Staten. Voor elken Raad worden twee lijsten (1 voor de werkgevers en 1 voor de werklieden), ieder bevattende de namen van 14 leden en evenveel plaatsvervangende leden, door de Gedep. Staten vastgesteld. Vakvereenigingen van werkgevers en van werklieden hebben de bevoegdheid personen voor plaatsing als lid op de ledenlijst voor te stellen. De voorzitter van den R. v. B. stelt voor den duur der ledenlijsten een rooster vast, dat de onderlinge verdeeling der werkzaamheden tusschen de leden regelt.

De R. v. B. beraadslaagt en beslist met 3 leden (voorzitter, 1 werkgever en 1 werkman).

Van de beslissingen van den R. v. B. staat hooger beroep open op den Centralen Raad van Beroep te Utrecht. Deze is samengesteld uit een voorzitter, een of meer onder-voorzitters en ten hoogste 8 leden, bijgestaan door een griffier. Allen moeten den graad van meester in de rechten bezitten. De voorzitter, de onder-voorzitters en de leden worden door de koningin voor het leven benoemd; op 70-jarigen leeftijd wordt hun ontslag verleend. De griffier en de substituut-griffiers worden eveneens door de koningin benoemd.

De Centrale R. v. B. beraadslaagt en beslist in kamers van drie leden, den voorzitter daaronder begrepen.

De samenstelling, regeling der bevoegdheden, enz. van de R. v. B. en van den Centralen R. v. B. is geregeld in de ➝ Beroepswet (8 Dec. 1902, Stbl. 208, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 Juli 1935, Stbl. 421). Veraart.