Gouverneur-generaal van Ned.-Indië (1842-’44). * 18 Maart 1787 te Naarden, ✝ 2 Aug. 1844 te Soerabaja. Vertrok in 1815 naar Ned.-Indië, waar hij in 1829 lid van den Raad van Ned.-Indië werd. Na afloop van den Java-oorlog in 1830 werd hij in commissie gesteld met twee andere heeren om de vorstenlandsche zaken te regelen.
Tegenstander van de cultuurstelsel-plannen van gouverneur-generaal Van den Bosch. In 1838 werd hij, na afloop van de Padri-oorlogen, naar Sumatra’s Westkust gezonden, om daar de zaken te regelen. Bij zijn terugkeer te Batavia werd hij benoemd tot vice-president van den Raad van Indië en voorloopig belast met de functie van gouv.-generaal (1840).
Eind 1842 definitief benoemd, aanvaardde hij deze functie begin 1844.Olthof.