[Eigenlijk: Theophrast (Bombast) van Hohenheim], arts en philosoof. * 10 Nov. 1493 bij Einsiedeln, ♱ 24 Sept. 1641 te Salzburg. Hij haalde zijn med. doctorsgraad in Ferrara; maar geloofde toen al niet meer aan de officieele geneeskunde, die vooral op Avicenna en Galenus gegrondvest was. P. kreeg grooten roem, maar ook overal twist met de academies, zoodat hij een zwervend leven moest voeren, vooral nadat hij in 1528 zijn kort professoraat in Bazel moest opgeven. Hij kon bijna niets gedrukt krijgen.
P, trachtte het leven chemisch en vitalistisch te begrijpen; hij had vele schitterende inzichten, en groote therapeutische successen, schrijft vaak een prachtigen stijl, maar is ook dikwijls duister en verward. Hij is een legendarische figuur geworden en de geneesk. wereld werd na hem in twee kampen gescheiden. Thans k de belangstelling zeer groot, zijn werken worden op nieuw herhaaldelijk uitgegeven, ook zijn theologische werken. Schlichting.Voorn. werken: Volumen Paramirum; De Renovatione et Restauratione; De Longa Vita; Wundarzney; Paragranum; Opus Paramirum; Tartarische Krankheiten; Philosophia sagax; Labyrinthus medicorum errantium . Uitg. : d. Sudhoff en Matthiessen (1922 vlg.); d. Aschner (1927 vlg.). Lit. : Fr. Strunz, Ph. P. Sein Leben u. seine Persönlichkeit (1913).