Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Paul Kenis

betekenis & definitie

Vlaamsch romanschrijver en criticus. * 11 Juli 1885 te Bocholt, ✝ 29 Juni 1934 te Brussel. Ambtenaar aan het ministerie van Financiën; medestichter van De Boomgaard en van Het Roode Zeil. Na de frivole Parijsche verhalen: De Roman van een Jeugd, een Ondergang te Parijs (1914) en De kleine Mademoiselle Cérisette (1920), en een populair oorlogsboek over de lotgevallen van Cies Slameur, een Gentschen volksjongen (1919), gaf hij vooral evocaties van het verleden: Fêtes Galantes (1924), Uit het dagboek van Lieven de Myttenaere, lakenkooper te Gent (1926), vooral Meester Frangois Villon (1928).

Kleurig en zakelijk; soms slordig in stijl en bouw. Gaf ook een verdienstelijk Overzicht van de VI. Letterkunde na Van Nu en Straks (1930).

A. Boon

< >