Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Nitrocellulose

betekenis & definitie

Ook pyrocollodium, pyroxyline, guncotton en Schieszbaumwoïle genoemd, is in chemisch opzicht geen nitro-product, doch een nitraat. Het ontstaat door inwerking van een mengsel van zwavelzuur en salpeterzuur op stoffen, die in hoofdzaak uit cellulose bestaan, als katoen (linters), houtcellulose e.a.

Naar gelang van de concentratie en de samenstelling van het zuurmengsel verkrijgt men monotot trinitraten, producten met minder of meer stikstof en dienovereenkomstig meer of mindere oplosbaarheid in een mengsel van aether en alcohol. Bevat het product tot 11% stikstof, dan spreekt men van collodiumwol, boven 12%van schietkatoen (pyroxyline).

Droge n. explodeert gemakkelijk, omdat het zeer gevoelig is voor vuur, vlam, stoot en wrijving, zoodat het. alleen in kleine hoeveelheden in laboratoria mag voorkomen. Met 25-30% vocht in lossen toestand in vaten of kisten is het vrij ongevaarlijk, mits maatregelen zijn getroffen, dat het niet kan uitdrogen, bijv. bij brand.

N. met 13% vocht tot blokken geperst is een zeer brisante springstof, die door een goede inleiding tot ontsteking kan worden gebracht. In dezen vorm wordt het thans niet meer gebruikt.

De kleur van n. varieert van wit tot lichtgeel. N. is onoplosbaar in koud of warm water, daarentegen oplosbaar in aether-alcohol, aethylacetaat (azijnaether), amylacetaat en andere oplosmiddelen.

De n. is ook aan zelfontleding onderhevig.N. wordt in vsch. industrieën verwerkt, opgelost in een mengsel van alcohol en aether verkrijgt men collodion of collodium, dat bij verdamping van het oplosmiddel een elastisch huidje achterlaat en dat in de geneeskunde en photographie wordt gebruikt. Groote hoeveelheden dienen voor de bereiding van nitrolakken, het wordt dan i.p.v. met water, met een accijnsvrije alcohol, zooals isopropyllalcohol bevochtigd.

Door de groote brisante werking van n., dat met een inleiding is ontstoken, is het als zoodanig ongeschikt voor het gebruik in vuurwapenen. Door behandeling met aceton of azijnaether ontstaat echter een gelatineuze massa, die, ontdaan van genoemde vloeistoffen, nog dezelfde chemische samenstelling bezit, maar veel langzamer verbrandt of explodeert. Door deze behandeling kan men zelfs de snelheid van de explosie van te voren regelen, waardoor het beter geschikt is voor gebruik in vuurwapenen. Bij de bereiding van deze soort n., die rookvrij of rookzwak buskruit wordt genoemd, gaat men gewoonlijk uit van schietkatoen met 13% stikstof.

De n. is eveneens grondstof voor de bereiding van celluloid, dat meestal uit 70% n. en 30% kamfer bestaat. Voor opslag en bewaring van celluloid (film), zijn wegens het groote brandgevaar strenge voorschriften gegeven. Hoogeveen.

< >