Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Misdaad

betekenis & definitie

Iedere schending van de positieve rechtsorde wordt misdaad genoemd. De misdaden worden in Ned. verdeeld in misdrijven en overtredingen (in België in misdaden, wanbedrijven en overtredingen). De misdrijven en wanbedrijven zijn de zwaardere, de overtredingen de lichtere misdaden.

Vgl. nader het art. → Misdrijf. Duynstee.Misdaad is de naam van een kerkelijk huwelijksbeletsel, dat een ernstig vergrijp tegen de zedenwet, dus een misdaad, tot grondslag heeft. Het wordt in het Kerkelijk Wetboek (can. 1075) aldus geformuleerd: Een geldig huwelijk kunnen niet sluiten:

1° Zij, die gedurende den tijd, dat minstens een van hen door een geldig huwelijk gebonden was, overspel met elkaar bedreven hebben en gedurende dienzelfden tijd ófwel wederkeerig elkaar beloofd hebben om samen te trouwen, ófwel een poging gedaan hebben om samen te trouwen, ook al is deze poging alleen voor de burgerlijke wet geschied.
2° Zij, die gedurende den tijd, dat minstens een van hen door een geldig huwelijk gebonden was, overspel met elkaar bedreven hebben, terwijl daarna een van beide de(n) echtgenoot(e), die hun huwelijk in den weg stond, heeft vermoord.
3° Zij, die (ook zonder dat er overspel gepleegd is) hebben samengewerkt, hetzij door physieke, hetzij door moreele samenwerking, om de(n) echtgenoot(e) van een hunner te vermoorden.

Doel van dit huwelijksbeletsel in zijn vsch. vormen is te voorkomen, dat het plan om een huwelijk aan te gaan de menschen zou verleiden tot misdaden tegen de huwelijksrechten of zelfs tegen het leven van anderen. Het huwelijksbeletsel van m. in zijn eersten vorm komt niet zoo zelden voor. Speciaal dat, waarvan de oorzaak is: overspel met poging tot huwelijk voor de burgerlijke wet. Dit doet zich nl. voor, als iemand, die geldig gehuwd is, na verkregen burgerlijke echtscheiding een ander burgerlijk huwelijk aangaat en met die(n) tweede(n) echtgenoot(e) gaat samenleven. Daar de burgerlijke echtscheiding het. eerste huwelijk niet kan ontbinden, is de tweede samenleving niets anders dan overspel en dus hebben we hier een geval van poging tot huwelijk voor de burgerlijke wet en overspel, beide gepleegd „staande het huwelijk met de(n) eerste(n) echtgenoot(e)”.

Ook het Ned. Burgerlijk Wetboek (art. 89) kent een huwelijksbeletsel van dien aard: een persoon, die bij rechterlijk vonnis van overspel overtuigd is, mag nimmer met de(n) medeplichtige in het huwelijk treden. Het Belg. B. W. kende voorheen hetzelfde huwelijksbeletsel, geformuleerd in art. 298. Dit art. werd echter vervangen door de wet van 16 April 1935, volgens welke in geval van echtscheiding, bij rechterlijk vonnis wegens overspel uitgesproken, de schuldige echtgenoot en diens medeplichtige na verloop van drie jaar, te rekenen van de uitspraak van de echtscheiding, met elkaar in het huwelijk mogen treden. Bender/Rondou.