Gem. in de prov. Oost-Vlaanderen, aan de Moervaart, ten N.O. van Gent; opp. 629 ha, ca. 400 inw. (Kath.); landbouw. De naamsafleiding is onzeker.
In de oorkonden van de St. Pietersabdij wordt M. in 694 vermeld als „Medmedung”, later „Memmedung” en „Mendunc” (= Middendonk; donk in het midden van andere?).