(ook Lomblem, en op oude kaarten Lombatta), onderafd. Oost-Flores en grootste der Soloreilanden (N.O.I.). Aantal zielen in 1930: mannen 22 917 en vrouwen 24 232.
Er is dus op dit eiland een betrekkelijk groot vrouwenoverschot. L. is over het algemeen zwaar bergland, dat toppen heeft tot 1100 m. Het geheel is sterk actief vulkanisch.
De hellingen der groote bergen zijn, evenals alle vulkaanbergen. bij voldoenden regenval zeer vruchtbaar. De bevolking van L. is dan ook uitsluitend een landbouwende bevolking met uitzondering van de Lamelerapers, die uitsluitend walvischvangers zijn.Sinds 1886 is L. in aanraking met de missie; een eigenlijke missieactie is pas ingezet in 1920, toen L. zijn eersten vasten missionaris kreeg. Tot dan toe heerschte er menscheneterij. In 15 jaar tijds is het eiland van aanschijn veranderd; reeds ca. 23 000 Christenen zijn er en Lamelera is een modelparochie. Verschillende jongens van dit gebied zijn reeds op het seminarie. Missionarissen waren eerst de paters Jezuïeten, later de Paters van het Goddelijk Woord van Steil-Uden (vicariaat van de Kl. Soenda-eilanden).
Politiek behoort L. tot twee landschappen, enkele kapitanschappen behooren bij Adonare, enkele kakangschappen bij Larantoeka. Vroeger had L. een eigen bestuursnederzetting te Hadakewa, die tijdelijk werd opgeheven, echter weer schijnt te worden ingevoerd.
v. d. Windt.