(Lat.: labia), de beide gespierde randen om de mondopening bij den mensch en de zoogdieren, te onderscheiden in boven- en onderlip. Eveneens worden de verdikte huidplooien om de geslachtsopening bij het vrouwelijke geslacht van menschen en menschapen l., schaamlippen, genoemd. Men onderscheidt hier de meer naar buiten gelegen groote schaamlippen, labia majora, en de meer naar binnen gelegen kleine schaamlippen, labia minora.
Willems.