Groote, zandige, heuvelachtige steppe, die zich uitstrekt tusschen Aral-meer, Syr-darja, Altaien Oeral-rivier in het W. van Azië (III 480 C-E 4). Vele meren zonder afvloeiing zijn een eigenaardigheid voor dit landschap, dat in het N. nog woudsteppen draagt, maar naar het Z. toe steeds woester wordt en in de Hongersteppe eindigt. Hier en daar steken oude verweerde bergruggen, tot 1 500 m hoogte, boven het heuvelland uit.
Waar meer water aanwezig is en dus gras wil groeien, zwerven de talrijke Kirgiezenstammen (vooral in het O. en bij de rivieren). Heer