Hanno (Carth.) - naam van vsch. Carthagers:
1° Hanno, de zeevaarder, die ca. 500 (of 450) een ontdekkingstocht maakte langs W. Afrika tot Kameroen; zijn reisbeschrijving (in het Gr. vertaald: periplous) is nog over, in de Geogr. Graeci minores (11855).
Lit.: Tozer, Hist. of ancient Geogr. (Cambridge 1897, 104).
2° Carth. veldheer, in den 1en Punischen oorlog bij Messana verslagen door de Romeinen.
3° Hanno de Groote, stadhouder van Libyë, kon den opstand van Carth. huurlingen (241-238) slechts met behulp van Hamilcar Barcas onderdrukken; hoofd van de anti-barcinische vredespartij.
4° Een onderbevelhebber van Hannibal in den 2en Punischen oorlog.
Witlox.