Solodanseres. * 1 Sept. 1885 te Bückeburg (Schaumburg-Lippe). L. ontving schilderonderricht te Dresden. Tot den dans overgegaan, werd zij later daarbij geholpen door Max Reinhardt.
Optreden te Berlijn, München, Riga, Petersburg, Weenen, Boedapest, Agram, enz. In 1914 voor het eerst in Nederland, waar zij zich in 1919 voor goed vestigde. Tournee door Ned.-Indië 1924-’25.Haar repertoire omvat tragische (Gottesanbeterin), tragisch groteske (Goldene Maske) en lichte dansen (wals Coppélia-ballet), zoowel als wilde dansen op Russische, Spaansche en Tartaarsche melodieën. De karakteristiek van haar kunst ligt in haar wervelende zwevende bewegingen.
Lit.: Hans Brandenburg, Der moderne Tanz.