Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Gauss (Carl Friedrich)

betekenis & definitie

Gauss (Carl Friedrich) - Carl Friedrich, Duitsch wis- en natuurkundige; * 1777 te Brunswijk, † 1855 te Göttingen. Bekend als princeps mathematicorum (inscriptie van de Gauss-medaille van 1855).

Afkomstig uit een armoedig gezin, ontwikkelde hij zich onder moeilijke omstandigheden opvallend snel en trok daardoor de aandacht van den hertog, die hem gymnasium en univ. liet bezoeken; G. studeerde te Göttingen van 1795 tot 1798, promoveerde te Helmstedt in 1799, woonde tot 1807 te Brunswijk en was van 1807 tot 1855 directeur van de sterrenwacht en hoogleeraar te Göttingen. Hij verrichtte baanbrekend werk op tal van gebieden.Wiskunde: bewijs van de construeerbaarheid van den regelmatigen zeventienhoek (1796); bewijs van de fundamentaalstelling der algebra (diss. 1799; herzien 1849; andere bewijzen 1815 en 1816); Disquisitiones Arithmeticae (1801), fundamentaal werk over getallentheorie (o.a. theorie der vierkantsresten; eerste van zes bewijzen voor de wet der reciprociteit; theorie van de kwadratische vormen; vergelijking der cirkeldeeling); in latere verhandelingen over algebra en getallentheorie geeft hij o.a. een meetkundige theorie van het complexe getal, theorie van de determinanten, van kubische en bikwadratische resten. Behandeling der hypergeometrische reeks; toepassing van exacte convergentie-kenmerken (1812). Methode der kleinste kwadraten (1821-’23). Disquisitiones circa superficies curvas (1827), fundamenteel voor de differentiaalmeetkunde (invoering van het begrip kromtemaat voor een gebogen oppervlak, invariant voor buiging). Tal van wiskundige onderzoekingen zijn niet gepubliceerd en pas later in het Tagebuch ontdekt. Hiertoe behooren: theorie van de elliptische functies; onderzoekingen over de grondslagen van de meetkunde, leidend tot de opstelling van de hyperbolische meetkunde.

Mechanica: Beginsel van den kleinsten dwang (1829). Potentiaaltheorie (1839-’40). Geodesie: Opmeting van het koninkrijk Hannover; meting van den driehoek Hoher Hagen—Broeken—Inselsberg. Uitvinding van den heliotroop; bijdragen tot hoogere geodesie. Physica: Theorie van de capillariteit (1830). Invoering van het absolute eenhedenstelsel; electro-magnetische telegraaf; aardmagnetisme (1833). Astronomie: Bepaling van de baan van Ceres; methoden van baanbepaling; storingstheorie (1821).

Uitg.: Werke (door Ges. d. Wiss., Göttingen). — Lit.: W. Sartorius von Waltershausen, Gauss zum Gedächtnis (Leipzig 1856); Essais over de posthume werken in genoemde Werke (X, 1, XI, 1); F. Klein, Vorlesungen über die Entwicklung der Mathematik im 19. Jahrhundert (Berlijn 1926).

Dijksterhuis.

< >