Gabbro - een dieptegesteente, bestaande uit basische plagioklaas en meestal augiet (diallaag). Treedt hyperstheen op, dan: noriet, indien arm aan donkere mineralen: anorthosiet.
Olivijn en kwarts kunnen, het laatste zelden, voorkomen: olivijn-, kwarts-gabbro. Gaat orthoklaas meer voorkomen, zonder te overheerschen, dan wordt het granogabbro.
Het verschil met dioriet zit in het basische karakter der plagioklaas; vroeger hechtte men meer waarde aan het voorkomen van augiet i.p.v. hoornblende. Het overeenkomstige uitvloeiingsgesteente is bazalt.
Chemisch nadert g. sterk tot het gemiddelde der stollingsgesteenten, vandaar dat men het gabbroïde magma (bazaltisch m.) wel als oermagma beschouwt (➝ Stollingsgesteenten). Op grootere diepte zou dit dan als eklogiet voorkomen.Jong.