Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 03-07-2019

Fuller

betekenis & definitie

Fuller - 1° Loie, Amer. variétédanseres, onder wier pantomimische dansen de serpentinedans een wereldnaam verkreeg, † 1927.

2° Margaret, geleerde Amerikaansche, bekend als de „priesteres van het philanthropische Transcendentalisme”; * 1810, † 1850. Zij stichtte en redigeerde The Dial (1840), het orgaan der Transcendentalisten, waartoe behoorden o.a. Emerson, G. Ripley, A. B. Alcott, W. E. Channing en H. D. Thoreau. In 1846 vertrok zij naar Italië, waar zij huwde met den markies G. A. Ossoli, vriend van Mazzini. Op terugreis naar Amerika verging het schip en het echtpaar kwam om.

Pompen.

3° Thomas, Anglic. geestelijke en geschiedschrijver; * 1608, † 1661. Hij had het vertrouwen zoowel van de Puriteinen als van de Hooge Kerk, was zeer belezen en geestig en kon 20 jaren lang arbeiden aan zijn hoofdwerk, dat pas na zijn dood werd gedrukt in 1662. Dit was The Worthies of England, een geogr. en hist. beschrijving van alle Eng. graafschappen, vol anecdoten en curieuze gegevens, in aantrekkelijken stijl.

Pompen.

< >