Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Erens

betekenis & definitie

Erens - 1° Emile, Ned. letterkundige, jongere broer van Frans; in het bijzonder schrijver van hagiografische werken, uitmuntend door hun verzorgden en welluidenden stijl, hun zielkundig inzicht en hun vrome humaniteit. * 1865.

Werk: De Heilige Bedelaar, St. Benoit Labre (1925); Sinte Pelagia ; De Pastoor van Ars; beide laatstgenoemde in het tijdschrift De Gemeenschap. Asselbergs 2° Frans, Ned. letterkundige; * 31 Juli 1857 te Schaesberg (Limburg); studeerde rechten aan de univ. te Leiden, daarna te Bonn en Parijs, in welke laatste stad hij kennis maakte met de jongere Fransche schrijvers van omstreeks 1880, promoveerde te Amsterdam in de rechten in 1888, was eenigen tijd kantonrechter te Oostburg in Zeeuwsch-Vlaanderen, de streek, waarover hij in zijn opstellen „Stille Steden” zeer schoon geschreven heeft; wijdt zich sedert 1901 uitsluitend aan de letterkunde. Teruggekeerd uit Frankrijk, vond hij contact met de Nederlandsche letterkundigen der school van 1880 en werd vast medewerker aan De Nieuwe Gids, waarin hij schetsen en critieken publiceerde. Zijn oordeel wordt steeds voorzichtig geformuleerd, maar is dan ook betrouwbaar, zijn zuivere, rhythmische stijl, hoog gewaardeerd door Lodewijk van Deyssel, zijn subtiele geestigheid, zijn fijnzinnig aanvoelen van het schoone maken hem, hoewel hij betrekkelijk weinig schreef, tot een der belangrijkste figuren van zijn tijd. Overtuigd Katholiek, aanvaardde hij de Tachtiger kunstleer met het natuurlijk voorbehoud van den Katholiek tegen het individualisme. Hij vertaalde de Belijdenissen van St.

Augustinus, en de Navolging, en bracht Het Sieraad der geestelijke Bruiloft van Ruusbroec over in hedendaagsch Nederlandsch. Over Frans Erens is weinig geschreven. Zijn nog ongebundelde gedenkschriften vormen een kostbaar document tot kennis van de mentaliteit der Tachtigers, tevens een bundel mémoires, die haar weerga niet heeft in de Ned. letteren.

Werken : Dansen en Rythmen (1893); Litteraire wandelingen (1906); Gangen en wegen (1912); Vertelling en mijmering (1922); Toppen en hoogten (1922); Litteraire overwegingen (1924); Litteraire meeningen (1927); Gedenkschriften.

Lit.: Lodewijk van Deyssel, Verzamelde Opstellen (V, VI en VII).

Asselbergs