gem. in het N. van de prov. Drente; opp. 2518 ha, 3423 inw. (1933), waarvan 83% Prot., bijna 1% Kath., 16% niet tot een kerkgen. behoorend, omvat de dorpen Eelde en Paterswolde en de gehuchten Eelderwolde, Schelfhorst, Oosterbroek en een deel van De Punt.
De bodem bestaat vnl. uit laagveen en zand en wordt gebruikt voor veeteelt, land- en tuinbouw; de tuinbouw vooral in en om Paterswolde in verband met de ligging bij de stad Groningen. Te Eelde een tuinbouwschool.
Door het Paterswoldsche meer met unieke gelegenheid voor watersport (meer behoort bijna geheel tot de gem. Haren) en door de boschrijke omgeving (natuurmonument De Braak, landgoed Vosbergen) is Paterswolde een uitspanningsplaats geworden vooral voor Groningen, waarmee busverbinding.
Hooghullen bij Oosterbroek is een herstellingsoord voor drankzuchtigen. Sinds 1931 heeft Eelde een vliegveld, 11½ km van Groningen.
Voorts zijn er een jeugdherberg, het Dorpshuis (voor verschillende cursussen) met leeszaal, en een zuivelfabriek met malerij. Bouma.