Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Crusoe

betekenis & definitie

Crusoe - Robinson, titelheld van een der meest gelezen romans van de wereldliteratuur; oorspronkelijk in het Engelsch geschreven door ➝ Defoe en gedrukt in 3 deelen in 1719 en 1720. In Engeland werden de twee eerste deelen in 40 jaren tijds meer dan 40 maal herdrukt.

In Nederland werd het boek eerst vertaald in het Fransch door Justus van Effen in 1720: Vie et Aventures de Robinson Crusoë. Deze Fransche bewerking werd hetzelfde jaar nog in het Nederlandsch vertaald. Wegens den Franschen oorsprong van deze eerste Nederlandsche vertaling wordt Croesoe ook tegenwoordig nog meestal Crusoë geschreven. Het succes in Nederland overtrof zelfs dat in Engeland. Vertalingen en herdrukken volgden elkander zeer snel op; ook talrijke navolgingen, zooals de Saksische Robinson (1730), de Zweedsche (1733), de Silezische (1754), de Haagsche Robinson (1758), enz. Het romantische-avontuurlijke gegeven en de realistische détailbeschrijving zijn gading voor iedere jongensmentaliteit; de berekenende utilitaristische koopmansgeest van het boek is geheel in den geest van de liberale burgerij; en de zalvende Bijbeltoon van allerlei overdenkingen ontroerde de harten, die genoten hadden van Vader Oats.

In het midden der 18e eeuw werd R. C. door J. J. Rousseau in zijn Emile (1762) geprezen als het beste paedagogische boek der wereld, en van dien tijd af werd zijn roem over heel Europa verspreid. Een Duitsche bewerking Robinson der Jüngere (1779) werd in het Latijn vertaald: Fata Robinsonis Crusoei, en deze vertaling werd in Engeland tot in de 20e eeuw toe als schoolboek gebruikt. Een Fransche bewerking door een Zwitsersch dominee, Le Robinson Suisse (1813), heeft een halve eeuw lang het origineel verdrongen in Nederland, Duitschland en Frankrijk. Het aantal bewerkingen loopt in de honderden. In 1920 had H. Ullrich er reeds 250 verzameld. De laatste 50 jaar beginnen alle bewerkingen en navolgingen te wijken voor uitgaven en vertalingen van het Engelsche origineel, dat nog altijd onovertroffen is in zijn genre.

Over zijn originaliteit is heel veel geschreven. Reeds bij het leven van Defoe werd de naam van Alexander Selkirk genoemd. Tegenwoordig kent men een 30-tal Robinsonaden van vóór 1719. In Nederland heeft men tusschen 1907 en 1925 eenigen ophef gemaakt van H. Smeeks, Het magtig Koningrijk Krimke Kesmes (1708). Het is merkwaardig, dat Defoe, die niet alleen een veelschrijver, maar ook een alles-verslindend lezer was, zelfs gebruik heeft gemaakt van het werk van een Jezuïeten-missionaris in China (Louis le Comte S.J., Nouveaux Mémoires sur l'Etat présent de la Chine, 1696; Engelsche vert. 1697). Maar welk materiaal hij ook gebruikt heeft, hij heeft alle gegevens zoozeer verwerkt tot een eigen vorm, dat R. C. de volle waarde blijft behouden van een oorspronkelijk kunstwerk.

Lit.: H. Ullrich, Robinson und Robinsonaden (1898); W. H. Staverman, R. C. in Nederland (1907); G. Hübener, Der Kaufmann R. C., in Engl. Studiën (1920; vgl. 1922 en 1923); L. L. Hubbard, The Narrative of the El-ho Sjouke Gabbes (1921); S. B. Liljegren, Defoes Robinson, Engl. Stud. (1922); H. E. Jackson, R. C. Social Engineer (1923); H. Ullrich, R. C. Die Geschichte eines Weltbuches (1924); D. Dottin, Daniël Defoe et ses Romans (1924); L. Brandl, Krimke Kesmes und Defoes R. (Neophilologus 1925); H. C. Hutchins, R. C. and its Printing (1925); W. H. Staverman, Een Nederlandsche Bron van den R. C. (Nieuwe Taalgids 1925); H. M. Flaschdieck, R. C. im Lichte der neueren Forschung (Deutsche Rundschau 1928); A. Pastor, The Idea of R. C. (1930).

Pompen.

< >