Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Cortez

betekenis & definitie

Cortez - Ferdinand, Spaansch ontdekker en veroveraar; * 1485 te Medellin (Estremadura), ✝ 2 Dec. 1547 te Sevilla. In zijn jeugd studeerde hij eenige jaren aan het college te Salamanca en stond zoo wat ontwikkeling betreft boven dc meeste ontdekkers en veroveraars van zijn tijd.

Onder Ovando kwam hij naar San Domingo en leerde de Indiaansche bevolking, hun zeden en krijgstactiek kennen. Hij hielp Velasquez bij de verovering van Cuba en was eenige jaren alkade van de stad San Jago. In 1519 werd hij uitgezonden ter verovering van Yucatan; hier bevrijdde hij een in 1502 door de Maja’s gevangen genomen pater, Jeremio d’Aguillar, die hem later door zijn kennis van taal en land groote diensten bewees. Ook een bij de verovering van de stad Tabasco verkregen Indiaansche slavin was hem in dat opzicht van groote beteekenis. Aan de kust bouwde C. een versterking, waar later de stad Vera Cruz ontstond. C. verzocht den vorst van het in het binnenland gelegen Mexico, Montezuma II, verlof tot een bezoek aan de stad; het gezantschap kwam terug met rijke geschenken, maar het bezoek werd niet toegestaan.

C. liet nu zijn schepen onbruikbaar maken, om terugkeer te verhinderen, en met 415 Spanjaarden en 1300 Indianen trok hij naar de hoogvlakte. Hij onderwierp den stam der Tlascalteken en maakte deze door zijn diplomatieke talenten tot bondgenoot tegen Montezuma. Een complot van Montezuma om de Spanjaarden uit te moorden werd door de Christin geworden slavin, Donna Marina, ontdekt en nu trok C. op naar Mexico, waar hij 8 Nov. 1519 binnentrok. Montezuma werd tot vazal van Spanje gemaakt. Een door Velasquez uitgezonden leger om C. gevangen te nemen werd verslagen, de aanvoerder Narvaez sneuvelde en het leger liep naar C. over. Inmiddels was Mexico in opstand gekomen door ontactisch optreden van een onderbevelhebber; zelfs tusschenkomst van Montezuma kon de opstandelingen niet tot bedaren brengen; deze werd doodelijk gewond en stierf spoedig.

C. zag geen kans de stad te behouden en moest met zware verliezen aftrekken. Een nieuwe aanval had na geweldige verliezen succes. C. werd nu door Karel V tot stadhouder van Nieuw-Spanje benoemd; tot 1527 bestuurde hij het land met groot administratief talent en veroverde in 1524 Honduras. Intriges tegen hem aan het Spaansche hof noopten hem in 1527 terug te keeren om zich te rechtvaardigen.

Wel werd hij zeer eervol ontvangen, maar hij kreeg het bewind over Nieuw-Spanje niet terug. In 1530 was C. weer in Mexico, doorkruiste dit naar het W. en ontdekte het schiereiland Californië. Tegengewerkt door den nieuwen stadhouder, ging C. in 1540 weer naar Spanje terug, werd door Karel V koel ontvangen, maar maakte toch met dezen den tocht mee naar Algiers in 1541. Juist van plan zijnde opnieuw een tocht naar Mexico te doen, stierf C. in 1547 te Sevilla.

Lit.: Brieven en berichten van C. aan Karel V zijn in 1852 verzameld en in 1918 door Schurig in het Duitsch vertaald; Prescott, Geschichte der Eroberung von Mexiko (1845); Babelon, Vie de F. C. (1928); J. Brouwer, Hernan C. en Monteczuma (1933). de Visser.