Conjunctuurtheorie - Dit is de leer, welke een verklaring zoekt te geven van het ontstaan en het verloop der conjunctuurgolven (→ Conjunctuur). In de verschillende conjunctuurtheorieën kunnen een tweetal onderscheidingen worden gemaakt.
De eerste is in:
a) organische en b) anorganische conjunctuurtheorieën.
De organische neemt aan, dat de afzonderlijke phasen der conjunctuurbeweging uit zich zelf de volgende phase in het leven roepen, terwijl de anorganische de oorzaken der golfbeweging zoekt in bijzondere gebeurtenissen in het economische leven, zooals prijsveranderingen, wijzigingen in de techniek, een hergroepeering der economische krachten, enz.
De tweede onderscheiding kent drie soorten:
a) de disproportionaliteitstheorieën, die de bewegingen trachten te verklaren van de zijde der goederen (o.a. de classici);
b) de monetaire en crediet-theorieën, die de oorzaak zoeken aan de zijde van het geld (de currency-theoretici, zooals Keynes en Irving Fisher) of van het crediet (o.a. Cassel en Mises);
c) de natuur- en psychische theorieën, die de bewegingen wijten aan veranderingen in den oogstuitval (Juglar), demographische wijzigingen, nl. in geboorte, sterfte enz., en aan psychische stemmingen, vergissingen der ondernemers ten gevolge van overdreven optimisme en pessimisme (o.a. Spiethoff, Schumpeter).
L i t.: > Conjunctuur; voorts G. Cassel, Theoretische Sozialoekonomie; W. Heinrich, Grundlagen einer universalistischen Krisenlehre. Vorstman.