Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Cirrus

betekenis & definitie

Cirrus - of vederwolken, eerste soort in de fam. der hooge wolken, zijn afzonderlijke fijne wolken van vezelig weefsel, zonder eigen schaduwen, algemeen van witte kleur, vaak met zijdeachtigen glans. Zij komen in de vormen van draden, veeren, kluwens en vlokjes voor. Zij zijn soms in strooken of poolbanden gerangschikt. C. bestaan uit ijskristalletjes. Zij zijn meestal doorzichtig.

Voor het opgaan en na het ondergaan van de zon worden zij geel, helderrood en zwart-grijs getint. C. drijven in de bovenhelft van de tropospheer: in onze streken op een gemiddelde hoogte van 7 km. Valsche c., cirrus nothus genaamd, welke van het bovengedeelte van een cumulonimbus voortkomen, drijven soms in de benedentropospheer. Bij de vorming van c. wordt waterdamp rechtstreeks tot ijskristallen verdicht. De wijze van ontstaan werd nog niet verklaard.

L i t.: L. Howard, On the modifications of clouds (Londen 1803); Atlas international des nuages (Parijs 1932).

V. d. Broeck.

< >