Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Carpenter

betekenis & definitie

Carpenter - 1° Edward, Engelsch socialistisch schrijver en dichter; * 1844 te Brighton, ♱ 1929. Tot 1874 Anglicaanse geestelijke, daarna trachtte met naïeven, maar aandoenlijke ernst een eigen levensbeschouwing te winnen uit rationalistische, theosophische, pantheïstische dichterlijke elementen en socialistische toekomst-idealen. Voornaamste dichtbundel: Towards Democracy (4 dln. 1883-1902, nieuwe uitg. 1922), waarvan hij de verstandelijke verantwoording schreef in talrijke prozawerken, vooral in zijn autobiografie My Days and Dreams (1916).

Pompen.

2° William Benjamin, Eng. fysioloog; * 29 Oct. 1813 te Exeter, ♱ 19 Nov. 1885 te Londen. Studeerde te Londen en Edinburgh. Werd in 1849 professor aan de universiteit te Londen; nam met Wiville Thomson deel aan diepzee-onderzoekingen, waarvan de resultaten gepubliceerd werden in „Proceedings” der Royal Society.

Werken: Principles of comparative physiology; Principles of general Physiology (1854); Zoology and instincts of animals (2 dln. 1857); Manual of physiology (1865); Principles of human physiology (1882); Principles of mental physiology (1891); The microscope and its revelations (1901).Willems.

< >