Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bray, de

betekenis & definitie

Bray, de - 1° de naam van een schildersfamilie te Haarlem:

a) Dirck, schilder en graveur; *ca. 1645, † na ’78, zoon van Salomon; hij had grooten naam als figuursnijder.
b) Jan, schilder; † ca. 1627, † ’97, zoon van Salomon. Tijdgenoot van Frans Hals, stond sterk onder diens invloed en leerde veel van hem; hij is dan ook verreweg het gelukkigst in zijne portretten. Hij mist den zwier en kleurenpracht van Hals, is koeler, ingetogener, meest wat droog, maar niettemin een knap portrettist. Het museum te Haarlem bezit van hem zijn beste werken (Regentenstukken).
c) Salomon, schilder en architect; * 1597, † 1664. Leerling van Goltzius; vnl. portretten. Er is weinig werk van hem bekend. Hij schijnt meer als bouwmeester werkzaam geweest te zijn. Hij was de stamvader der schildersfamilie, die Katholiek was.

Lit.: v. Wurzbach, Niederl. Künstlerlex.” Schreden”.

2° Guido de, ook De Brès, Calvinistischleeraar; * ca. 1523 te Bergen (Henegouwen), † 31 Mei 1566. Was brandglasschilder; werd aanhanger der Hervorming en vluchtte. Kwam terug in 1554, preekte te Doornik en in Fr. Vlaanderen en ging zich vervolmaken te Genève.

Oranje dacht door hem Calvinisten en Lutheranen in de Ned. tot verstandhouding te brengen naar de formule van Wittenberg, maar dit mislukte. In 1566 organiseerde de B. als Calv. predikant Valenciennes naar het theocratisch bestuur van Genève, maar bij de inneming der stad door Noircarmes werd hij op zijn vlucht gevat en later verbrand. Men kent vooral van hem zijn: Confession de foi des églises néerlandaises.

Lit.: D. Ollier, Guy de Brés. Etude historique sur la Réforme au pays wallon 1522—’67 (Parijs 1833); L. A. van Langeraad, Guido de Bray, zijn leven en werken; Ch. J. Froissard, L’église sous la croix pendant la domination espagnole. Chronique de l’Eglise réformée de Lille (Parijs 1857); Biogr. Wdb. van Prot. godgeleerden in Ned.” Erens”.

< >