paus van 1914—’22, familienaam Jacobus della Chiesa. Hij is bij uitstek de vredespaus, die in den vreeselijken Wereldoorlog van 1914—’18 met onbeperkte toewijding heeft gepoogd de partijen te verzoenen, en tijdens en na de ramp onnoemelijk veel heeft gedaan ter verzachting van het oorlogsleed.
1854 te Genua, van 1887 tot 1907 ambtenaar aan het pauselijk staatssecretariaat, 1907 aartsbisschop van Bologna, en pas in het laatste consistoriumvan Pius X tot kardinaal verheven (25 Mei 1914). Vier maanden daarna, direct na het uitbreken van den oorlog, werd hij tot paus gekozen, en de oorlog heeft geheel zijn pontificaat beheerscht. In herhaalde aanspraken, zendbrieven en oproepingen maande B. tot vrede; hij stelde voor het Kerstfeest van 1914 een althans tijdelijke schorsing der vijandelijkheden voor; richtte 1 Aug. 1917 zijn beroemde Vredesnota met concrete vredesvoorstellen tot de hoofden der oorlogvoerende landen, doch zag al zijn pogingen tot beëindiging van den oorlog verijdeld. Zelfs had Italië, alvorens tot de Entente toe te treden, als voorwaarde gesteld, dat de paus van toekomstige vredesonderhandelingen in alle geval zou worden buitengesloten (art. 15 van de Conventie van Londen van 1915).Aldus in de hoofdzaak teleurgesteld, heeft B. zich met onuitputtelijke en volhardende liefde toegelegd op de verzachting van het oorlogsleed; zijn medelijdend hart wist daarvoor geheel nieuwe wegen en middelen te vinden, en op dit terrein heeft hij groot succes gehad. Strikt zich neutraal houdend tusschen de oorlogvoerenden, hoewel hij door beide partijen even vurig werd aangezocht, zag hij het aanzien des pausdoms tot ongekende hoogte stijgen. Hij maakte daarvan gebruik om langs diplomatieken weg voor allerlei ongelukkigen werkzaam te zijn; om militaire redenen ter dood veroordeelden wist hij te doen begenadigen; door zijn tusschenkomst werden civiele gedeporteerden naar hun vaderland teruggevoerd; de graven der in vijandelijk land gesneuvelden door den vijand geëerbiedigd; hongerende kinderen naar minder geteisterde landen overgebracht; over geheel het oorlogsgebied voedseltransporten mogelijk gemaakt door alle grenzen en vijandelijke linies heen; de zielzorg in de legers en gevangenkampen toegelaten en georganiseerd. Vooral het droevig lot der krijgsgevangenen heeft hij zich aangetrokken. In zijn vindingrijkheid en liefde en door zijn diplomatieke ervaring wist hij concessies te verkrijgen, die in vroegere oorlogen nooit waren toegestaan. Een uitgebreide pauselijke inlichtingendienst werd ingericht in het Vaticaan, in Duitschland en elders; ongetelde duizenden vernamen door deze bemiddeling iets over het lot van een vermisten echtgenoot of zoon; gevluchten konden correspondeeren met hun familie in vijandelijk bezet gebied; Zondagsrust voor krijgsgevangenen werd toegestaan door alle regeeringen, ook de Turksche; gevangenen, die onbekwaam waren voor den militairen dienst, werden uitgewisseld; gewonde en zieke gevangenen konden in neutrale landen verpleegd worden, enz. Ook buiten de diplomatie om was zijn medelijdende zorg onuitputtelijk voor getroffenen van alle ras en godsdienst: op zijn aansporing zijn over geheel de wereld millioenen ingezameld ten bate der meest noodlijdende landen en krijgsgevangenen.
Ook buiten zijn vredeswerk is B.’s regeering zeer belangrijk. Reeds in zijn eerste encycliek maakte hij radicaal een einde aan het Integralisme. Het nieuwe kerkelijke wetboek werd ingevoerd (27 Mei 1917 gepromulgeerd, van kracht sinds 19 Mei 1918). De encycliek Maximum illud van 1919 reorganiseerde de buitenlandsche missiën, die door den oorlog zoo geweldig geleden hadden; voor het herstel van de eenheid met de afgescheiden Oostersche kerken werd de Congregatio pro Ecclesia Orientali ingesteld (1917), waarvan de paus, om te toonen hoeveel waarde hij aan dit godsdienstig vredeswerk hechtte, het voorzitterschap aan zichzelf voorbehield, en in 1918 werd het pauselijk Oostersch Instituut opgericht, dat door zijn opvolger Pius XI nog belangrijk zou worden uitgebreid. Het bolsjewistisch Rusland, waar na den oorlog millioenen door hongersnood dreigden om te komen, werd door een pauselijke hulpactie liefderijk bijgestaan. Met Italië heeft B. de verzoening voorbereid, die door zijn opvolger is voltooid, en met een groot aantal landen werden de diplomatieke betrekkingen weer vernieuwd of voor het eerst aangeknoopt, als gevolg van het onder zijn regeering zoo zeer gestegen pauselijk aanzien.
L i t.: de nieuwe handboeken voor Kerkgeschiedenis van De Jong, Veit e.a.; De Waal, Papst Benedikt XV (1914, Ned. vert. 1915); Goyau, Papauté et Chrétienté sous Benoit XV (1922); Müller, Das Friedenswerk der Kirche 1598—1917 (1927).
Gorris.