paus van 1740—’58, familienaam Prosper Lambertini, de geleerdste onder de pausen; 1675 te Bologna; 1726 kardinaal, 1727 bisschop van Ancona, 1731 aartsbisschop van Bologna. Uitstekend kenner van het kerkelijk recht, leidde een vroom leven, zacht en meegaand van aard.
Deze laatste eigenschap bracht hem somwijlen tot al te groote toegeeflijkheid aan de eischen der hoven (Portugal, Spanje, Oostenrijk e.a.), waar de Verlichting hoe langer hoe meer veld won. Belangrijkste regeeringsdaden zijn: hij besliste den aanpassingsstrijd ten ongunste van de Jezuïeten, hervormde het bestuur der Curie, gaf een nieuwen index van verboden boeken uit en stelde verschillende bepalingen omtrent het kerkelijk recht vast (o.a. de Declaratio Benedictina, waarbij huwelijken, die niet volgens de Trentsche voorschriften voor den pastoor en twee getuigen gesloten waren, toch geldig waren voor Holland en België). Zijn werken op canonisch en liturgisch gebied, gedeeltelijk nog door hem als paus geschreven behouden ook nu nog hooge wetenschappelijke waarde en groot gezag. Ook bezorgde hij nieuwe uitgaven van het Martyrologium, Pontificale, Rituale en liturgische boeken van den Griekschen ritus.Voorn. werken: De Servorum Dei Beatificatione et Canonisatione ; De Festis ; De Synodo diooesana.
L i t. : Pastor, Gesch. der Papste (XVI 1_71931, le dl. 1-448).
Gorris.