Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Aphthartodoceten

betekenis & definitie

Aphthartodoceten - ( Gr. a-phtharton = onbederfelijk, onlijdelijk, dokein = schijnen), naar hun stichter Julianus van Halicamassus ook Julianisten, naar hun eersten bisschop Gajanus van Alexandrië Gajanieten genoemd. Zij zouden geleerd hebben, dat Christus ook vóór de Verrijzenis een verheerlijkt lichaam had, waaruit volgde dat Hij slechts schijnbaar leed en stierf. Het is te begrijpen dat Monophysieten, zooals zij waren, die slechts één natuur in Christus aanvaardden, niet konden gelooven, dat Christus waarlijk geleden had en gestorven was. Volgens Draguet heeft echter Julianus wél erkend, dat Christus geleden heeft. zie Julianus.

De A. werden bestreden door Severus van Antiochië en Leontius van Byzantium. Keizer Justinianus verklaarde de leer kort voor zijn dood tot geloofsleer. Het decreet, dat wegens zijn dood geen verdere gevolgen had, is verloren gegaan. De A. splitsten zich in partijen, die Aktisteten en Ktistolatren genoemd werden. In de 8e eeuw verdwenen zij.

L i t.: Lex. f. Theol. u. Kirche (I, 531); de Groot, Conspectus Historiae Dogmatum (II 1931, 127/9) en verder bij art. Julianus v. H. Franses.

< >