Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Altocumulus

betekenis & definitie

Altocumulus - of schapenwolken (zie plaat), eerste soort in de fam. der middelmatig hooge wolken, zijn schilfer- of keivormige wolken, die in een horizontale laag of in banken voorkomen. Zij zijn in groepen, rijen of rollen, volgens een of twee richtingen, gerangschikt. De dikste elementen geven schaduw. De a. bestaan uit waterdrupjes, ook bij vriestemperaturen.

Zij vertoonen kransen om zon en maan. De wolkenlaag is ongeveer 200 m dik. A. drijven op een gemiddelde hoogte van 3 300 m. Hooger dan 5 km worden zij cirrocumulus, lager dan 2,5 km, stratocumulus. De a.-soort heeft vormafwijkingen, waaronder de a.-castellatus, kleine kasteelvormige stapeltjes, de voorbode van onweer zijn. De a. worden gevormd: 1°bij ontbinding van altostratus; 2°door dynamische afkoeling van het bovengedeelte eener turbulente luchtlaag.

Lit.: Atlas international des nuages. Extrait. (Parijs 1930).

V. d. Broeck.