Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Afsnoering

betekenis & definitie

is een bijzonder geval van celvorming, dat voorkomt bij de schimmels (conidiën of luchtsporenvorming en deeling van gistcellen). Bij de a. gaat de celwand zich op één plaats uitstulpen, totdat er nog maar een nauw kanaal de verbinding met de cel vormt; dan gaat een nieuwgevormde kern door het kanaal en wordt dit door een celwand gesloten.

Bouman.

< >