Colleges van. Na den dood van Willem van Oranje (1684) kreeg de Raad van State de leiding der zeezaken, met bevoegdheid om helpende colleges op te richten.
In 1586 ging die bevoegdheid op Leicester over. Deze richtte drie colleges op, te Hoorn, Rotterdam en Middelburg. Het ontbreken van één al de zaken omvattend college werkte verlammend. Ter verbetering werden in 1597 de drie colleges vervangen door vijf nieuwe, meer onderworpen aan de Staten-Generaal. Deze vijf waren gevestigd te Rotterdam, Amsterdam, Middelburg, Westfriesland (afwisselend te Hoorn en Enkhuizen) en Dokkum (sinds 1644 te Harlingen). Tot 1795 bleven zij bestaan.
De leden werden gekozen door de Staten-Generaal. Aan het hoofd van elk college afzonderlijk en alle tezamen stond de admiraalgeneraal. Bevoegdheden: zorg voor de veiligheid der zee, uitrusting der vloot, heffing en beheer der convooi-gelden en licenten, jurisdictie over den gemaakten buit.Lit.: Fruin-Colenbrander, Geschiedenis der Staatsinstellingen in Ned. (21922).
Cornelissen.