naam van engel, die in de uitvoering van Gods voorzienigheid voorname taak te vervullen heeft. De naam komt voor in Thess. 4. 16; Jud. 9.
In de H. Schrift wordt Michaël a. genoemd. ('Jud. 9). De traditie voegt daarbij Gabriël en Raphaël, in de H.Schrift aangeduid als engel, den algemeenen naam. De a. vormen een der 9 engelenkoren. zie Koren der engelen.Voorstelling in de kunst. Soms gekleed als Romeinsrh strijder met nauwsluitende wapenrusting; gewoonlijk als jonge man in lang gewaad, met een gordei om de lendenen, met twee vleugels staande op een wolk; de voeten doorgaans ongeschoeid. Volgens Concilie van Rome (745) slechts drie a. Raphaël, reisgezel van Tobias (Tob. 5. 8). dan geschoeid en met reisstaf, een voorlooper van den eerst in later tijd voorgestelden bewaarengel. Gabriël, in de hand een spiegel; op Annuntiatie (Lc. 1.26) voorstellingen met een koningsschepter of met een lelie. Michaël, aanvoerder van de hemelsche legerscharen, houdt de strijdbanier met het kruis erop; ofwel hij voert een lans met een kruiswimpel, waarmee hij den draak bestrijdt.
Soms is hij degene, die de zielen naar het paradijs leidt (vgl. Jud. 9); dat het Michaël is, die op verschillende voorst, van het Laatste Oordeel een weegschaal houdt om de zielen te wegen, is lang niet bewezen. Apocrief is U r i e l (Esdr. 4. 1), schildknaap van Michaël, die een zwaard draagt. Als wacht van het gesloten paradijs een vlammend zwaard.
Heijer.
L i t.: H. Mendclsohn, Die Engel in der bildenden Kunst (1907).