Francisco (14361517), Spaans kardinaal, humanist en staatsman, was aanvankelijk rechtsgeleerde, werd daarna priester en trad in 1484 in bij de Franciscanen, wier provinciaal hij werd. Sinds 1495 oefende hij als primaat van Spanje heilzame invloed uit op het godsdienstig leven, terwijl hij tegelijk als kanselier van Castilië en als regent van Karel V ook onderwijs en cultuur wist te bevorderen.
Belangrijk is zijn stuwende medewerking aan de Complutenser polyglot en zijn zorg voor het voortbestaan der Mozarabische liturgie.