('zuipən) (zoop, heeft gezopen) [~ zuigen]
1. drinken van dieren : –de paarden.
2. onmatig (jenever enz.) drinken : hij is weer aan ’t –. →: tempelier.
3. door zuipen (2) in zekere toestand brengen : iemand van zijn stoel –; zich zat –.
Gepubliceerd op 24-02-2020
betekenis & definitie
('zuipən) (zoop, heeft gezopen) [~ zuigen]
1. drinken van dieren : –de paarden.
2. onmatig (jenever enz.) drinken : hij is weer aan ’t –. →: tempelier.
3. door zuipen (2) in zekere toestand brengen : iemand van zijn stoel –; zich zat –.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: