('ʌlstə)
1. Eig. noordoostelijk gedeelte van Ierland dat nog deel uitmaakt van Groot-Brittannië, 13.434 km2, 1.280.000 inw. voor de helft katoliek, voor de andere helft protestants. Landbouw, veeteelt en textielnijverheid. Hoofdstad : Belfast. →: Ierland, Geschiedkundig.
2. ulster m. (-s; -tje) Metn. lange dikke overjas.