1.Eig. opstelling van een leger of vloot voor de slag : in stellen; (zich) in scharen.
2. Metn. in slagorde opgesteld leger, slagpen v. (-nen)
1. grote pen, veder van een vogel : de -nen vormen de steun van de vleugels; iemand de -nen uitrukken, uittrekken hem kortwieken, zijn macht benemen; zijn -nen kwijt zijn, gekortwiekt, van zijn macht beroofd zijn.
2.Uitbr. W. g. vleugel, slagpin v. (-nen) pin die bij het ontsteken van geweren enz. tegen het hoedje slaat, slagrand m. (-en) rand, ring van een torenklok, waartegen de klepel aanslaat : de grootste dikte bezit de klok aan haar -.