Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

schacht (divers)

betekenis & definitie

(-en; -je)

I. v. Eig. buisvormig voorwerp nl.
1. stok, staak, stang: de van een ➝ lans, een ➝ pijl, een ➝ pen, een speer; de van een ➝ anker, ➝ haar, ➝ laars, ➝ roer, ➝ sleutel, ➝ speld, ➝ veder, ➝ zuil.
2. Dicht. pijl: wie kan weerstaan der liefde -en?
3. Dicht.
a. vogelveder,
b. Uitbr. vleugel: hij ontplooide der verbeelding stout de -en.
4. Dicht. veren pen: de met waarheidsglans doordrenkt. 5. buisvormige uitgraving die toegang geeft tot een mijn: met de lift in de afdalen.
6. mannelijk lid.

II. m. Metn. [van I 6?]

1. Algm. grappenmaker, snaak.
2. Inz. rekruut, big.

< >