(pə'pijn)
I. van Landen of de Oude, hofmeier van Austrasië 622-639.
II. van Herstal of de Middelste, zoon van Angesil en Begga, hofmeier van Austrasië, veroverde door de overwinning bij Tertry 687 Neustrië en Boergondië, onderwierp de Friezen, Saksen, Alemannen en Beieren, ♱ 714 te Jupille bij Luik. III. de Korte of de Jonge, Frankisch koning, ° omstr. 715 te Jupille, 741 hofmeier van Neustrië en Boergondië, 747 door het vertrek van zijn broeder Karloman naar Monte Cassino, ook van Austrasië, 751 door een volksvergadering tot koning verheven en 752 door de H. Bonifatius, apostel van Duitsland, 754 door paus Stephanus II gezalfd: hielp 754 en 746 paus Stephanus II tegen Aistolf, koning van de Langobarden, ontnam deze en schonk aan de paus het Exarchaat van Ravenna en de Pentapolis, die met Rome en omstreken van nu af aan de Kerkelijke Staat vormden, ♱ 768 te Parijs.