(par'tɛ:rə)
A. bw. [Fr.] op de grond, gelijkvloers : zijn kantoor is -.
B. m. en o. (-s)
I. Eig, ruimte gelijkvloers gelegen nl.
1. Veroud. vlak terrein bij een gebouw met bloemperken.
2.verdieping van een huis gelijkvloers : het verhuren.
3. ruimte op de begane grond in een → schouwburg, achter de stalles : het voorste gedeelte van het heet parket.
II. Metn, 1. [van I 1] bloemperk : kleurrijke -s.
2. [van I 3] a. gezamenlijke zitplaatsen in een schouwburgparterre: het is vol; nemen.
b. gezamenlijke toeschouwers aldaar : het begon te fluiten.