Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

paria

betekenis & definitie

('pa:ria) m. en v. (-’s ; pariaatje) [Ind. trommelslager]

I. Eig. persoon van een lage kaste van trommelslagers in Vóór-Indië : de -s vormen een kaste, maar worden door de hogere kasten, zoals de meeste kastelozen, als onrein beschouwd.

II. Metf.

1, kasteloze.
2. verworpeling : de -s der beschaving.

< >