('pa:ria) m. en v. (-’s ; pariaatje) [Ind. trommelslager]
I. Eig. persoon van een lage kaste van trommelslagers in Vóór-Indië : de -s vormen een kaste, maar worden door de hogere kasten, zoals de meeste kastelozen, als onrein beschouwd.
II. Metf.
1, kasteloze.
2. verworpeling : de -s der beschaving.