Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Oceanië

betekenis & definitie

(ose'a:niə) o. gezamenlijke kleinere eilandengroepen in de Grote Oceaan.

1. Aardrijkskundig. Behalve de koraaleilanden en de vulkanische eilanden, die aan een uitbarsting hun ontstaan te danken hebben, worden de eilanden van Oceanië wel beschouwd als resten van een verdwenen vasteland. Men onderscheidt vier grote groepen: Mikronesië, Melanesië, Polynesië en Nieuw-Guinea. Vele eilanden zijn bezet met kokos- en andere palmen en de oostelijke, nabij de ekwator, zijn rijk aan guano.

Bezittingen Oppervlakte km2 Bevolking inw.

1. Britse 797 000 2 750 000
2. Nederlandse (tot 1949) 390 000 270 000
3. Franse 23 000 196 000
4. Noordamerikaanse 20 000 467 000
5. Chileense 118 228
6. Brits-Franse 13 000 60 000

Totaal 1 243 112 3 743 228

2. Geschiedkundig. De eerste Europeaan, die een gedeelte van Oceanië ontdekte, was MAGELHAENS die de Marianen bereikte. Verschillende ontdekkingen werden gedaan op reizen naar het veronderstelde „Zuidland”. Een der belangrijkste ontdekkingsreizigers in Oceanië is ➝ COOK. Voor de Tweede Wereldoorlog bezaten de Japanners enkele eilanden en eilandengroepen (te zamen 2150 km2, met 70 000 inw.). Tijdens die oorlog veroverden de Amerikanen ± 700 eilanden. Deze hebben op zichzelf weinig nut, maar vormen een brug naar het verre oosten.

< >