Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Laokoöon

betekenis & definitie

(la'o:koö:n)

1. Eig. zoon van Priamos en Hekabe, priester van Apolloon; werd met zijn twee zonen door twee slangen, die Apolloon gezonden had, gedood, omdat hij de Trojanen gewaarschuwd had voor het houten paard, dat de Grieken voor de muren van Troje hadden gebouwd, en er zelfs zijn lans tegen geworpen had.
2. Metn. marmeren groep de dood van Laokoöon en zijn zonen voorstellend; werd 1506 te Rome opgedolven, is thans in het Vatikaan. →: Agesandros.

< >