I. o. (-ten) kor.
II. (-ten; -je) [Fr. < Lat. cornu, hoorn]
1. v. Eig. hoornachtig voorwerp nl.
2. kromme blaashoorn.
3. kornetmuts.
4. omhulsel van een bloemruiker: een wit boeket met kanten -. ~
III. m. Metn. [van II 1] kornet dragende vaandrig bij de bereden artillerie.