eene Hooge Heerlijkheid, op het Zeeuwsche Eiland Tholen, ten Noorden van het Regtsgebied der Stad van den zelfden naam als het Eiland. Voorheen bestondent deeze Heerlijkheid alleen uit twee kleine Polders, en eernige Schorren.
Door het indijken van een gedeelte der laatstgemelden, heeft zij merkelijk grooter uitgestrektheid en waarde bekoomen. Het getal der Huizen is niet zeer aanmerkelijk. Het regt wordt ’er geoeffend door Baljuw, een Burgemeester en vier Schepenen, welken een Sekretaris is toegevoegd.