Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 24-11-2022

HOEY, ABRAHAM VAN

betekenis & definitie

ABRAHAM VAN HOEY, MEER DAn twintig agtereen volgende jaaren Gezant van Hunne Hoogmogenden aan het Fransche Hof, geduurende eenen tijd, in welken zeer veele gewigtige zaaken in Europa voorvielen. Zijner uitlandigheid en geduurigen Staatsarbeids moede, verkreeg hij, op zijn verzoek, ontslag van zijn langduurig Gezantschap, en keerde, hier te Lande, te rug in ’t begin van het Jaar 1749.

< >