Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 14-06-2022

Frugersa

betekenis & definitie

’Er is eene plaats, aan tien Westkant van den Rhijn, digt bij Sivicten (Sueia), welke DIRK DE V, in zijnen giftbrief van Het Jaar 1083, Frugersa genoemd heeft. MELIS STOKE noemt ze Vrijtgers. Bij beiden heeft ze den toenaam van Graaf.

Te dier plaatze heeft DIRK DE III, aan de Kerk van Egmond, geschonken een Landgoed, met een rente van XVI oneen, zo als de Rijm-Chronijk zegt:

Onzen St. Albreecht,

In sin Vrijtgers hi berecht

Sestien oneen penningen
enz.

Beide spreekwoorden toonen genoeg, dat dit een soort van gemeene benaaminge is: gelijk daar zijn, Land, Hage, Moer, Reen, Werthen; doch wat het in zig zelve betekene, kan men ligtelijk afneemen uit het woord Vrijtgers, dat naar vrijheid of ontheffing zweemt, namelijk Graaflijksheids vrijdom, vrije ban of dergelijke, welke Landerijen niet aan dit Vrijtgers behoord hebben, moet worden gezogt uit de Graaflijke Domainen.

ALTING, Part. II, fol. 64.

< >