Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

CORTGEEN, JACOB of JACOBUS à CORTEGENE

betekenis & definitie

Franszoon. PARS voegt ’er nog bij VAN REIGERSBERG. VALERIUS noemt hem JOHANNES.

Hij was afkomstig uit aanzienlijke ouders, en werd te Gouda geboren. Vermoedelijk was JAN JACOBS VAN CORTGEEN, die in Gouda meermaals, van 1511-1536, Schepen en Burgemeester was, de grootvader van dezen, die zijn woonplaats te Utrecht nam. Hij schreef aldaar een verhaal van zaaken, het Sticht betreffende, en in ’t Latijn een verhaal van de vertooningen, gedaan en gemaakt bij de komste van LEICESTER. Hij leefde nog in ’t jaar 1600. Dat WALVIS, in zijne beschrijving van Gouda, hier een misslag begaan heeft, schijnt mij toe zeker te zijn: want de persoon, die hij noemt, meen ik die geene te zijn, welke ons bekend is onder den naam van CORTGEEN BOOTH; en die hij bedoelt, was, meen ik, een Zeeuw. Dit zo zijnde zou VALERIUS regt hebben, met hem JAN of JOHANNES te noemen.

< >