BOXHORN, GOUDHOEVEN en meer anderen zijn van gedachten, dat het tegenwoordige Stadhuis van ’s Gravenhaage door de Heeren VAN BREDERODE ZOU gebouwd zijn. Doch BOR, die naauwkeuriger is, zegt, dat het Raadhuis, staande benevens de Kerk ten oosten, is getimmerd ter plaatse, alwaar van ouds het Hof van Brederode plagt te staan.
Dan niets met zekerheid van dit oude Hof vindende, is ’t best ’er van te zwijgen. Het oudste huis in 's Gravenhaage, waarvan nog eenige bewijzen voorhanden zijn, heeft gestaan bij de Boschpoort, op den oosthoek van de Houtstraat; dit droeg ook, in laater tijd, den naam van ’t Hof van Brederode, schoon het in de Kaart van 1570 bekend staat met den naam van ‘t Huis van den Heer van Ketel. Het was in dien tijd een der aanzienlijkste en prachtigste gebouwen, toen in den Haag bekend, liggende in zijne grachten, singels en slooten. Zo dat het al mede onzeker is, of dit het eigenlijke Hof van Brederode al of niet geweest zij. Nog zag men in 's Haage het huis van de Heer REINOUT VAN BREDERODE, staande aan de noordzijde van de Spuistraat, welk naderhand bezeten is door FRANK VAN BORSSELEN, en toen den naam kreeg van het Huis van de Graaven van Oostervant. In 1479 werd het door REIJER VAN BROEKHUIZEN ingenomen. Naderhand is het bekend geworden bij den naam van ’t Huis van Mathenesse. Veelen van de nog leevende gelooven, echter, dat het Stadhuis, hier voren gemeld, het Hof van Brederode geweest is.