schoon een Franschman, heeft zig, in den benardsten staat van Holland (1573) door de Spanjaarden, eenen naam gemaakt. Na het herneemen van Bergen in Henegouwen, had hij zig in ’s Prinsen dienst verbonden; geduurende de belegering van Haarlem gedroeg bij zig recht manlijk; bij de overgave, toen men het den Duitsche, Schotsche en Walsche knechten in hunne keuze gaf, of zij ongewapend wilden uittrekken, of ’s Hertogs genade afwachten, tot welk laatste zij beslooten, aan de Spaansche vergiffenis, wanhoopende, deed hij zig, volgens VAN METEREN, IV Boek, fol. 80, door zijn knecht doorschieten.
TASSIS (p. 176) verhaalt, echter, dat zijn knecht hem dien dienst weigerende, hij de handen aan zig zelven sloeg, en zig met een kogel van het leven beroofde. Het gehouden gedrag der Spaansche moordenaaren, omtrent de Soldaaten, bewees dat BORDET geen verkeerde rekening op hunne genade gemaakt had.