Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

BOEKHOUT, B

betekenis & definitie

in zijn leven Boekhandelaar te Amsteldam: een man, die toonde meer te kennen, dan boeken te koopen en te verkoopen. Hij heeft zig, door het wel aanleggen zijner vermogens, eenen naam onder de Nederlandsche Schrijveren gemaakt, vervaardigende een verhaal van het voorgevallene in de jaaren 1684-1689, onder den tijtel van Kort vertoog van Hollands bloedige oorlogen, met haare nabuuren, zedert de grondvesting van haaren staat, tot op den tegenwoordigen tijd; doch het behelsde voornaamlijk een verhaal der laatste troubelen en onrusten van den Koning van Frankrijk, zijne schrikkelijke vervolgingen, in zijne eigene landen, en in Duitschland.

Eindelijk Englands rampzalig verval van Kerk en Staat, door Hollands Veld- en Zee-helden hersteld, en bevestigd in de krooning van WILLEM DEN DERDEN en MARIA. Uit geloofwaardige schriften, enz. zaamgesteld, en met prentverbeeldingen versierd. B. BOEKHOUT gaf dit zelf uit in den jaare 1689, in 8vo. Voor hun, die weinig leezen, of schraal van boeken voorzien zijn, kan ’s mans arbeid dienen, om een goed denkbeeld van de gebeurtenissen van dien tijd te verkrijgen; doch voor anderen is ’er niets bijzonders in te vinden, en daarom tegenwoordig weinig in achting, schoon de vijf prentjes van LUIKEN niet van de minsten van dien gadelozen Meester zijn. Men vindt dezelven ook in andere Werken van dien tijd geplaatst.

< >