- thuishouden
- thuiskomen
- thuiskrijgen
- thuislaten
- thuisleveren
- thuisraken
- thuiswerken
- thuiszitten
- tichelen
- tiërceren
- tierelieren
- tieren
- tijdrekken
- tijgen
- tijgeren
- tikken
- tiktakken
- tillen
- timen
- timmeren
- tinderen
- tingelen
- tinkelen
- tinken
- tintelen
- tintelogen
- tinten
- tipp-exen
- tippelen
- tippen
- tirailleren
- tiranniseren
- titelen
- titreren
- titsen
- tjappen
- tjekken
- tjilpen
- tjirpen
- tjoepen
- tjokken
- tjolen
- toasten
- tobben
- tochten
- toe-eigenen
- toebedelen
- toebedenken
- toebehoren
- toebereiden
- toebijten
- toebinden
- toeblaffen
- toebrengen
- toebrullen
- toebuigen
- toedekken
- toedelen
- toedenken
- toedichten
- toedienen
- toedoen
- toedraaien
- toedragen
- toedrijven
- toedrinken
- toedrukken
- toeduwen
- toefaxen
- toefluisteren
- toegaan
- toegeven
- toegooien
- toegrijnzen
- toegrijpen
- toegroeien
- toehalen
- toehappen
- toehoren
- toejuichen
- toekennen
- toekeren
- toekijken
- toeklappen
- toeknijpen
- toeknikken
- toekomen
- toelachen
- toelaten
- toeleggen
- toeleven
- toeleveren
- toelichten
- toelonken
- toelopen
- toeluisteren
- toemailen
- toemaken
- toemeten
- toenaderen